5 basistips voor een natuurlijk gazon
Een klassiek gazon heeft nauwelijks natuurwaarde. Meestal wordt het ingezaaid met een grasmengsel van slechts enkele soorten die resistent zijn voor de vele maaibeurten en betreding. Door het vele maaien en meestal ook mesten komen er in het klassiek gazon nauwelijks kruiden voor. Als er al enkele bloemplanten in slagen om zich te vestigen, dan krijgen ze amper kans om te bloeien. Het klassiek gazon biedt dus geen nectaraanbod en is voor insecten en ander bodemleven nagenoeg een woestijn. Ga aan de slag met de basistips en vorm je gazon om tot een plek met meer leven.
Gebruik geen chemische onkruidverdelgers, kalk of meststoffen. Zonder meststoffen zal het gras trager groeien, waardoor je minder moet maaien. Bovendien zullen er meer bloemen in komen, waardoor je op termijn nog minder moet maaien.
Met slechts 2 keer maaien in een vet gazon krijg je gewoon een hoop hoog gras zonder bloemen. De eerste jaren moet je net regelmatig maaien om te verschralen. Eens het gazon voldoende bloemrijk en voedselarm is, kan je het als een hooiland beheren zoals hieronder beschreven met 2 keer maaien.
Laat mossen toe in het gazon. Paddenstoelen houden van mosrijke gazons. Een mostapijt ziet er altijd mooi groen uit en moet zelden gemaaid worden. Bovendien is het lekker zacht als je er met blote voeten doorloopt.
Laat bloemen toe in je gazon. Madeliefjes, klavers en paardenbloemen krijg je snel, zij zijn goed bestand tegen gespeel en geloop. Soorten als gewoon biggenkruid, muizenoortje en gewone margriet wijzen op verschraling. Deze soorten geven aan dat je gazon zeer interessant is voor zowel insecten als voor graslandpaddenstoelen.
Te vaak maaien is niet goed. Bloemen krijgen zo geen kans om te bloeien en insecten hebben geen schuilplaats en geen voedsel. Bovendien zal een kort gemaaid gazon in de zomer te snel uitdrogen, waardoor de ontwikkeling van paddenstoelen geen kans krijgt. Door net zoals in bermen slechts tweemaal per jaar te maaien, krijg je een gazon waarin vlinders, bijen en sprinkhanen zich thuis voelen. Belangrijk is wel dat de timing van het maaien juist is. Lees hieronder hoe je het perfecte maaischema voor jouw grasland kan bepalen. Laat bij elke maaibeurt een deel staan zodat daar bloemen zaad kunnen vormen. Ook kan dat stuk dan dienen als vluchtplek voor de talrijke insecten die nu in jouw waardevol gazon huizen. Een tweede maaibeurt kan best in september… zo kunnen heel wat bloemen nog een tweede keer bloeien en zaad vormen. Het gras mag kort de winter ingaan.
Laat maaisel niet liggen, verwijder het zo goed mogelijk. Zo voorkom je extra aanrijking en zal je gazon verder verschralen. Dit betekent minder maaiwerk in de toekomst en meer bloemen.
Omvormen van gazon naar bloemrijk grasland
Wil jij ook meer bloemen en kruiden in je tuin ipv enkel strak gazon? Een goede keuze! Dit levert grote winst op voor planten én dieren. En het bespaart je heel wat werk.
In een regelmatig gemaaid en bemest gazon krijgen wilde bloemen geen kans. Hierdoor is er ook niets te vinden voor bijen en andere nuttige insecten.
Door minder te maaien, kunnen wilde bloemen in bloei komen, zaad zetten en zich vermeerderen. Door pas te maaien als de grassen hoger staan, komt er ook meer ruimte tussen de grassen. Op die plaatsen kiemen dan allerlei plantensoorten.
Maar maaien blijft wel nodig, want door te maaien én het maaisel af te voeren, worden voedingsstoffen weggehaald, waardoor de bodem armer wordt. En op armere bodems groeien meer bloemen.
Zeker als het gazon lange tijd bemest is, of op een voedselrijke bodem ligt, is het nodig om nog voldoende te maaien. Maar hoe vaak dan? En hoe weet je wanneer wel of niet te maaien?
Dat hangt af van het bodemtype, de voedselrijkdom en de vochtigheid in je tuin. Klinkt moeilijk? Met volgende richtlijnen kom je een heel eind:
Stop met kalken en bemesten, dat is eigenlijk nergens voor nodig.
Maai enkel de delen wat vaker die je intensief gebruikt. Zo blijft er gazon waar je dat wilt. Paadjes, ligplaatsen, voetbalveldjes, ... Als je je maaier niet te laag instelt, kunnen planten als witte klaver tot bloei komen. Bemesten is ook hier niet nodig.
Laat de rest van je gras ongemoeid tot het einde van mei. Dan bekijk je welke soorten er in staan. Gebruik de gratis app Obsidentify als je een wilde plant niet herkent. Op basis hiervan bepaal je het maaischema voor de rest van het jaar.
Bepalen van je maaischema
Staat er enkel hoog, glimmend gras? Met hoogstens een witte klaver of een paardenbloem hier en daar? Dan haal je best nog zoveel mogelijk voedingsstoffen weg, zodat je bodem stilaan voedselarmer wordt. Maai al eind mei, een keer in de tweede helft van juli en een derde keer eind september-begin oktober. Als het gras in oktober-november nog sterk gegroeid is, kan je dit nog een keer maaien zodat het kort de winter in gaat. Zo ontstaat er geen dikke laag platgevallen gras bij regen en sneeuw in de winter. Mogelijk moet je dit meerdere jaren volhouden, tot je het volgende stadium bereikt.
Staan er al verschillende bloemen en kruiden zoals gewoon biggenkruid, kruipende boterbloem of smalle weegbree tussen het gras? Dan ben je op de goede weg en kan je de zomerse maaibeurt achterwege laten. Maai in de eerste helft van juni en een tweede keer rond eind september. De eerste opduikende bloemen van gewenste soorten kan je bij de eerste maaibeurt laten staan zodat ze zich kunnen uitzaaien. Zo hou je dit bloemrijk grasland in een goede toestand en nemen de bloemen en kruiden nog toe. Zijn er nog plekken met uitsluitend hoge grassen? Maai die dan tussendoor een keer extra.
Staan er veel bloemensoorten zoals gewone margriet, scherpe boterbloem, knoopkruid of op vochtigere zones pinksterbloem? Dan heb je de fase van een bloemrijk grasland bereikt! Een grasland vol leven! Hou dit in stand met een maaibeurt na de voornaamste bloeiperiode. Dat is eind juni-begin juli voor graslanden op wat rijkere vochtige bodem met gewone margriet, groot streepzaad, veldzuring, scherpe boterbloem en rode klaver of midden tot eind augustus voor graslanden op minder voedselrijke, drogere en vaak zandigere bodems met rapunzelklokje, duizendblad, schermhavikskruid en knoopkruid. Een tweede maaibeurt voer je uit eind september-begin oktober of zelfs nog later. Zo kunnen alle bloemen tot zaad komen, maar verandert je grasland niet in een wildernis.
Eenmaal een goed maaischema gevonden, hou je dit jaar na jaar aan. En vergeet niet voor variatie te zorgen. Bij elke maaibeurt kan je een deel laten staan als schuilplaats of voedselbron voor insecten. Als je steeds de hoogste stukken met de minste bloemen maait en de andere laat staan, krijg je het beste resultaat.
Inzaaien van bloemenmengsels is meestal niet nodig. Bloemen komen ook vanzelf, al kan dat wel even duren. Kan je niet wachten op je bloemen? Werk dan uitsluitend met inheemse en streekeigen soorten. Het meest natuurlijk is om zaden van wilde planten uit wegbermen of graslanden in de buurt te verzamelen. Zaai die in het najaar in op molshopen of kale plekjes tussen het gras.
Onkruid wieden hoeft niet. Soorten die niet thuishoren in een grasland zullen na een tijd vanzelf verdwijnen. Echt hinderlijke soorten kan je wel selectief weghalen. Bv. een braam is een nuttige plant, maar heb je liever niet in je speelweide. Distels kan je bv. wel laten staan in de rand omdat het heel goede nectarplanten zijn voor vlinders.
Wat met mossen? Mossen vormen een nuttige afwisseling in een grasland. Vooral op schaduwrijke plaatsen kunnen ze opduiken. Tussen mossen leven allerlei nuttige beestjes die minder goed tegen droogte kunnen. Een goed ontwikkeld grasland zal nooit helemaal begroeid raken met mossen. Helemaal niet nodig dus om deze selectief te gaan verwijderen.
Bron: Natuurpunt vzw
Disclaimer: De gemeente Bonheiden of de auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijke nadelen die lezers door eventuele onvolkomenheden in deze publicatie zouden ondervinden.