Vogel Wellness
‘Tuin’ is een te vleiende benaming voor mijn getemde wildernis, een hoekje van 50m op 60m in het nog relatief groene woonpark van Keerbergen. Hij omsluit een wat grotere tuinvijver en een kleinere, verrezen uit de as van de zandbak voor de kinderen. Dit ondiepe plasje op vijverfolie en met geleidelijk aflopende oevers, is zeker geen toonbeeld voor een chic vijverboek. Maar het ligt vlakbij het raam en mijn werktafel en heeft al ruim 30 vogelsoorten weten te lokken voor een drink-, plons- en stoeipartij annex poetsbeurt.
Onder de bezoekers noteerde ik Kuifmees, Grote gele kwikstaart, Sperwer, Barmsijs, Holenduif, Heggenmus, Winterkoning, … Veel privacy is de baders in die wellness niet gegund want binnen zit een fotograaf op de loer. Als het hen teveel wordt vinden ze verpozing en beschutting in een overhangende hoogstamappelaar (Belle Fleur) en gemengd dicht bosje van klimop-sneeuwbes-hondsroos-vuurdoorn-sleedoorn-liguster.
Verderop in groenblijvende struiken en heggen, braam- en klimoppartijen, hulst, spork, boswilg, lijsterbes, boerenjasmijn, (klim)hortensia, vlinderstruik, rode kornoelje, rimpelroos, brem, … Inheemse struiken waar het kan, maar ook rododendron, hortensia en azalea waarin trouwens zwartkop nestelde. Groenblijvende struiken zijn een must o.a. voor Roodborst. Klimop mag woekeren: de bessen lokken Zwartkop, Koperwiek, Merel en Houtduif. En biedt hij geen veilig onderkomen voor overwinterende citroenvlinders en nestgelegenheid voor o.a. staartmees? De bloei van de bramenborder is van korte duur en eerder ingetogen. Kort erna, als de bessen nog lichtrood kleuren, achten de zwartkopouders de tijd rijp om hun kroost met de vruchten te azen. Gauw krijgen de jongen de smaak te pakken en laten zich zelfstandig helemaal gaan in het pop-up restaurant.
Maar ook wijzelf passeren dagelijks en laten de bessen op onze tong smelten. Spork is ook een aanrader: hij doet het op elke grondsoort, zowel in volle zon als in de schaduw. Het jaar door trekt hij insecten aan en de bessen staan op het menu van zwartkop en merel. En last but not least: hij is de waardplant voor de Citroenvlinder. Gelaagde opbouw van laag naar hoog is de regel: van gras/mos naar hooiland naar struik/haag en zo verder omhoog naar lijsterbes en boswilg. In gemaaid gras vinden merel en zanglijster gemakkelijker regenwormen, de groene specht miertjes. Hooilandjes lenen zich voor mierenkoepels en vlinders zetten er hun eitjes in af. In verborgen rommelige (compost)hoekjes, eventueel met takkenhoop, wemelt de bodem van kraakverse hapjes en nestmateriaal ligt er voor het rapen.
Langs boordstenen mag het gras opschieten zeker nadat ik Zwartkop en Zanglijster lange graspijlen zag afrukken om hun nest te weven.